- Verzorgingstips
- Plant tips
- Aanplant van bomen met blote wortel
- Aanplant van bomen met kluitdoek of net
- Hoe bomen planten
- Wanneer bomen aanplanten
- Wel of geen boompaal
- Leiboom
Aanplant van bomen met blote wortel
Zoals de titel zegt hebben deze bomen geen of weinig aarde tussen hun wortels. Hier moet men ook onmiddellijk tot aanplant overgaan na levering of aankoop, en niet onbelangrijk;
- bij transport de bomen en hun wortels goed afdekken (met bache of plastic) dit voorkomt uitdroging en eigenlijk is dit een aanrader bij elk planttransport.
- Bij aankoop moet men de wortels onderzoeken naar voldoende vochtigheid en lengte, alsook de aanwezigheid van voldoende haarwortels.
- Bij aanplant kan men afgebroken wortels afsnijden maar hou zoveel mogelijk van de wortelstructuur intact.
- Bij aanplant volgt men dezelfde stappen als bij bomen met volle kluit, met dat verschil dat men in het midden van de plantput en klein conisch “heuveltje” maakt om zo de wortels beter te doen “waaieren”.
Men kan nu eventueel een paaltje plaatsen voor steun. Bij het vullen van de plantput “schudt” men af en toe aan de stam om zo de aarde tussen de wortels te laten vallen en zo heeft men geen “luchtzakken”, deze veroorzaken rotting nadien. Nogmaals zorg dat de wortelhals eventueel iets boven het maaiveld staat dan te diep.
Naar boven |
Aanplant van bomen met kluitdoek of net
Deze bomen moeten zo vlug mogelijk de grond in, maar indien men ze in de schaduw kan bewaren en de kluit vochtig kan houden, kan men ze een aantal dagen stockeren. De bomen altijd aan de kluit opheffen, niet aan de stam. Altijd zachtjes neerzetten nooit laten vallen. Verwijder al het synthetisch of metalen materiaal van de kluit bij aanplant, dit verteert niet en kan de wortels af knellen en de groei beperken indien men de doeken eraan laat. Eigenlijk zijn doeken en metaalgazen kluithouders bedoeld om de wortels niet te beschadigen na het rooien op de kwekerij en tijdens het transport. Eens de naakte kluit in de plantput staat gebruikt men een kluitverankering bij grote bomen en eventueel een drainagebuissysteem om in de zomer makkelijker te kunnen bevloeien of te bemesten. Indien u paaltjes gebruikt, gebruik een flexibele bevestiging voor de stam en bevestig die dan ook niet te strak. Gebruik een mengeling van goed verteerde compost, organisch materiaal, teelaarde en plantputaarde om de plantput aan te vullen. (wij hebben onze eigen hightech mengsels voor onze klanten). Zorg dat de boom aan zijn stamaanzet iets boven het maaiveld staat en dus de putvulling dan ook niet hoger komt. Druk de aarde niet te hard aan en vul na een paar weken pas bij indien nodig, daar de grond zich altijd “zet”.
Naar boven |
Hoe bomen planten
De aanplant verschilt in kleine details van boom tot boom; doch uiteindelijk belandt de boom in een plantput, maar het is niet om het even welke put!
De meest voorkomende fout bij het planten van een boom is een plantput te graven die te diep en te nauw is. Te diep gaan met de boom betekent dat de wortels later te weinig zuurstof krijgen en te nauw betekent dat de wortelstructuur zich niet genoeg kan ontwikkelen om de boom later van de nodige mineralen te voorzien en ook geeft dit een zwakke verankering. Als algemene regel geldt dat de boom niet dieper mag geplant worden dan op zijn oorspronkelijke groeiplaats. De breedte van de plantput zou driemaal de diameter van de kluit moeten zijn. Zo zal de boom voldoende plaats en losse aarde hebben om zijn wortelgestel te laten ontwikkelen.
Naar boven |
Wanneer bomen aanplanten
Het klimaat bepaalt grotendeels de ideale planttijd. Vers aangeplante bomen slaan het beste aan wanneer ze blootgesteld worden aan milde temperaturen en gematigde neerslag, ze hebben ook tijd nodig om te wortelen en te acclimatiseren voor de hitte en droogte van de zomer of de vorst van de winter. Vandaar dat de ideale planttijd de lente of de vroege herfst is ( hoe noordelijker hoe meer men de lente verkiest). Ofwel vlak voor het uitlopen en/of vlak na het vallen van het blad.
Naar boven |
Wel of geen boompaal
Een boom groeit het beste als hij zichzelf met zijn wortels stevig in de grond kan verankeren. Als een boom wordt verplant, heeft hij al een kroon die behoorlijk wind kan vangen terwijl de wortels dat nog niet voldoende opvangen. De boom gaat staan ‘wrikken’ en kan zelfs omwaaien. Dan is een boompaal ter ondersteuning het perfecte antwoord. Een boom moet niet ‘op z’n palen gaan rusten’ en te weinig aan wortelontwikkeling doen. Een beetje beweging moet kunnen en de paal (palen) moet(en) niet langer dan een á twee jaar blijven staan. Een paal is effectief als hij aan de kant wordt gezet waar de meeste wind vandaan komt.
Naar boven |
Leiboom
De leiboom is een boom waarbij de takken in horizontale richting groeien. Dat doet de boom niet uit zichzelf maar dankzij het plaatsen van een frame dat de takken leidt. Na een jaar of vier kan het frame worden weggehaald. Een leiboom moet wel twee maal per jaar worden gesnoeid om de speciale vorm te behouden. Alleen goed te snoeien bomen komen voor een carriere als leiboom in aanmerking.
Bomen die als leiboom kunnen groeien zijn o.a. de linde, de esdoorn, de laurierkers, de plataan, de moerbei en de amberboom.